De gemeenteraad heeft groen licht gegeven voor het project 'De Afvalvrije School', dat scholen helpt bij afvalscheiding en educatie over duurzaamheid. Het initiatief wordt gezien als een belangrijke stap richting een afvalvrije toekomst en draagt bij aan de landelijke doelstellingen voor afvalvermindering en hergebruik.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de gemeenteraadsvergadering werd het voorstel om het inzamelen van waardevolle afvalstromen bij scholen aan te wijzen als een dienst van algemeen belang met enthousiasme ontvangen. Het project, dat in het schooljaar 2019-2020 van start gaat, richt zich op het educeren van kinderen over afvalscheiding en het gelijktijdig inzamelen van schoolafval met huishoudelijk afval.

Meneer Wesselink opende het debat met lof voor het initiatief: "De jeugd heeft de toekomst. Wij zijn hier content mee dat dit voorstel er ligt en met name ook dat het aan de toekomst zijn weergave vindt." Zijn woorden vonden weerklank bij meneer Van Dijk, die benadrukte dat "jong geleerd, oud gedaan" een belangrijke les is. "Op een goede manier met afvalscheiding omgaan is wat ons betreft wel een goede manier om een duurzame wereld dichterbij te brengen," voegde hij toe.

Hoewel er enige discussie was over de financiële bijdrage van scholen aan het project, was de algemene consensus positief. Mevrouw Punt stelde voor dat instellingen die met gemeentegeld worden ondersteund, ook hun steentje bijdragen aan goede afvalscheiding. Ze benadrukte het belang van het vermijden van plastic bekertjes.

Naast de praktische aspecten van afvalscheiding, werd ook de educatieve waarde van het project geprezen. Mevrouw Verklinck wees op de creativiteit van kinderen en hun potentieel om innovatieve oplossingen te bedenken. "Wie weet wat die creativiteit van die kinderen nog teweegbrengt wat betreft afval scheiden," merkte ze op.

Het project wordt gefinancierd door een landelijke vergoeding en het budget van Cyclus, en de impact op private afvalinzamelaars wordt als beperkt ingeschat. Na de projectperiode zal worden geëvalueerd of de inzameling aan de markt kan worden overgelaten.

Met de steun van de gemeenteraad lijkt 'De Afvalvrije School' een veelbelovende stap richting een duurzamere toekomst. Zoals meneer Van Dijk het verwoordde: "Laten we het gewoon doen."

De gemeente Kaag en Braassem overweegt een verdubbeling van het plafond voor duurzaamheidsleningen, van €150.000 naar €300.000. Dit voorstel, dat inwoners moet helpen bij energiebesparende maatregelen en duurzame energieopwekking, leidde tot een levendig debat in de gemeenteraad.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de recente raadsvergadering werd het voorstel om het plafond voor duurzaamheidsleningen te verhogen uitgebreid besproken. De gemeente wil hiermee inspelen op de grote vraag naar deze leningen, die bedoeld zijn om inwoners te ondersteunen bij het verduurzamen van hun woningen. Het huidige budget is al volledig benut, wat de noodzaak voor een verhoging onderstreept.

Mevrouw Van Emmerik opende het debat met enkele kritische vragen. Ze vroeg zich af of er voldoende inzicht is in de huidige bestedingsruimte voor andere leningen, zoals starters- en blijversleningen. "Ik vroeg me af of ik dat goed begrepen had," zei ze, verwijzend naar de samenvoeging van verschillende leningen.

De discussie spitste zich ook toe op de vraag of het college de bevoegdheid moet krijgen om het plafond zelfstandig aan te passen. Mevrouw Van Emmerik en de VVD-fractie, vertegenwoordigd door meneer Van Dijk, uitten hun twijfels hierover. "De noodzaak tot verhoging is een situatie die niet heel vaak voorkomt," aldus Van Dijk. Hij benadrukte dat het belangrijk is om regelmatig te evalueren of de leningen nog steeds het juiste instrument zijn.

Meneer Wesselink van het CDA stelde voor om vast te houden aan het plafond van €300.000 en bij een eventuele verhoging terug te komen naar de raad. "We willen graag weten wat voor effect die investeringen hebben op onze milieudoelstellingen," voegde hij toe.

De wethouder, die tijdelijk de portefeuille van een collega waarnam, probeerde de vragen te beantwoorden. Ze legde uit dat het voorstel vooral een verschuiving van middelen betreft, zonder directe financiële gevolgen voor de gemeente. "Het maakt het makkelijker om het aan ons te mandateren," zei ze over de bevoegdheid van het college.

Ondanks de kritische noten was er brede steun voor het voorstel. De meeste fracties waren het erover eens dat de gemeente een rol moet spelen in de energietransitie. "Dit is een manier waarop we daadwerkelijk aantoonbaar iets kunnen doen aan duurzaamheid," aldus Van Dijk.

Het voorstel zal als bespreekstuk naar de volgende raadsvergadering gaan, waarbij de discussie over de bevoegdheid van het college waarschijnlijk een belangrijk punt van aandacht zal zijn. De gemeente verwacht dat de vraag naar leningen verder zal stijgen door de inzet van energiecoaches en -ambassadeurs.

De gemeente Kaag en Braassem heeft een nieuwe Verordening Sociaal Domein opgesteld om duidelijkheid te bieden over de rechten en plichten van inwoners en de gemeente op het gebied van Jeugd, Participatie en Wmo. Tijdens een recent debat werd de verordening besproken en als hamerstuk naar de volgende raadsvergadering gestuurd.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de gemeenteraadsvergadering van Kaag en Braassem stond de nieuwe Verordening Sociaal Domein op de agenda. Deze verordening, die sinds januari 2015 de verantwoordelijkheid van de gemeente is, moet ervoor zorgen dat inwoners duidelijkheid hebben over hoe zij toegang kunnen krijgen tot ondersteuning en welke rechten en plichten daarbij horen. De verordening is aangepast naar aanleiding van wetswijzigingen, jurisprudentie en landelijke ontwikkelingen.

Het debat over de verordening verliep soepel en zonder veel discussie. Mevrouw Van Klink opende het debat met een positieve noot: "We hebben verder geen opmerkingen. Het is natuurlijk iets wat we vast moeten leggen, maar ik wil wel even meedelen dat we het erg prettig vinden dat de adviezen van de Adviesraad Sociaal Domein zijn meegenomen."

Meneer Van Dijk sloot zich hierbij aan en benadrukte het belang van de technische wijzigingen die zijn doorgevoerd om aan de wet- en regelgeving te voldoen. "Wij hebben geen aanpassingen kunnen vinden die aanleiding geven tot een politiek debat. Dus wat ons betreft snel op de agenda van de raadsvergadering en afhameren," aldus Van Dijk.

Ook meneer Wesselink sprak zijn tevredenheid uit over het proces en de duidelijke documentatie. "Net als meneer Van Dijk vonden wij het ook heel prettig en laat dat een voorbeeld zijn voor heel veel stukken die aan de Raad worden aangeboden," zei hij. Hij benadrukte dat de wijzigingen vooral een wettelijk kader vormen en dat er weinig ruimte is voor discussie.

De verordening werd unaniem als hamerstuk naar de volgende raadsvergadering gestuurd, zonder verdere opmerkingen van de raadsleden. De duidelijke documentatie en de betrokkenheid van de Adviesraad Sociaal Domein werden alom geprezen. De verwachting is dat de verordening in november opnieuw op de agenda zal staan voor verdere evaluatie en eventuele aanpassingen.

De gemeenteraad van Kaag en Braassem heeft stevige kritiek geuit op de regionale agenda Holland Rijnland 2019-2023. Tijdens een recent debat benadrukten raadsleden dat de agenda concrete en meetbare doelen mist en dat er meer samenhang nodig is met andere regionale inspanningen.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de raadsvergadering werd het voorstel besproken om een zienswijze in te dienen op de regionale agenda van Holland Rijnland. Deze agenda, die speerpunten voor de komende vier jaar bevat op het gebied van wonen, economie, natuur, recreatie, mobiliteit, energie en maatschappij, werd door verschillende raadsleden als te vaag en abstract bestempeld.

Meneer Van Beurden opende het debat met een kritische noot: "Er worden wel wat cijfers genoemd, maar daar word ik niet veel wijzer van. Wat betekent het voor onze gemeente?" Hij benadrukte de noodzaak van concrete sturing en betrokkenheid van de gemeenten bij de plannen van Holland Rijnland.

Meneer Wesselink sloot zich hierbij aan en prees de integrale benadering van de agenda, maar merkte op dat het geheel nog te abstract is. "We moeten het hier veel tastbaarder maken," aldus Wesselink, die opriep tot meer duidelijkheid over de ambities voor de komende jaren.

De VVD, vertegenwoordigd door meneer Van Dijk, kon zich vinden in de conceptzienswijze, maar uitte zorgen over de strategische beleidsvorming. "Het blijft het verhaal dat Holland Rijnland soms een beetje een ver-van-ons-bed-show is," stelde hij. Van Dijk vroeg zich af wat de daadwerkelijke waarde van Holland Rijnland is en pleitte voor een evaluatie van de vorige agenda.

Mevrouw Van Klink benadrukte het belang van regionale samenwerking, maar vond de zienswijze buitengewoon kritisch. "Het lijkt de omgekeerde wereld. We hebben een regionale agenda nodig omdat we een begroting moeten vaststellen," zei ze. Van Klink stelde voor om de brief aan Holland Rijnland nog steviger te maken en de agenda niet vast te stellen totdat er meer duidelijkheid is over de samenwerking met Hart van Holland.

Burgemeester Van de Velde erkende de kritische houding van de raad en stelde voor om de zienswijze aan te scherpen. Hij riep de raadsleden op om hun kritische geluid ook uit te dragen naar andere gemeenten binnen Holland Rijnland.

Het debat eindigde met de afspraak dat er een amendement zal worden voorbereid om de zienswijze verder aan te scherpen. De gemeenteraad van Kaag en Braassem zal de zienswijze voor 30 september indienen, waarna het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland op 30 oktober de agenda definitief zal vaststellen.