Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft het "Onderzoek geloofsbrieven en toelating nieuw gekozen raadsleden" voor de gemeente Kaag en Braassem. Het doel is om twee nieuwe raadsleden, Thea Wesselman - van der Meer (PRO Kaag en Braassem) en Carsten Zwaaneveld (D66), toe te laten tot de gemeenteraad. Deze vacatures zijn ontstaan doordat twee voormalige raadsleden zijn benoemd tot wethouder. De procedure omvat het onderzoeken van de geloofsbrieven door een commissie van drie leden, die controleert of aan de eisen van de Kieswet en Gemeentewet wordt voldaan. De commissie heeft haar onderzoek afgerond en zal verslag uitbrengen aan de gemeenteraad.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel lijkt volledig, aangezien het de noodzakelijke stappen en wettelijke vereisten voor de toelating van nieuwe raadsleden beschrijft. Het bevat een duidelijke procedure en benoemt de verantwoordelijke partijen.
Rol van de raad:
De raad moet de bevindingen van de commissie geloofsbrieven beoordelen en beslissen over de toelating van de nieuwe raadsleden. Dit is een formele stap in het proces van het installeren van nieuwe raadsleden.
Politieke keuzes:
Er zijn weinig politieke keuzes te maken, aangezien het een procedurele kwestie betreft. De raad moet echter wel instemmen met de bevindingen van de commissie.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek, meetbaar, en tijdgebonden, maar minder gericht op haalbaarheid en relevantie, aangezien het een standaardprocedure betreft. Er zijn geen duidelijke inconsistenties.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om de nieuwe raadsleden toe te laten op basis van het verslag van de commissie geloofsbrieven.
Participatie:
Het voorstel vermeldt geen participatie van burgers, aangezien het een interne procedure betreft binnen de gemeenteraad.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is geen relevant onderwerp in dit voorstel, aangezien het een administratieve en procedurele kwestie betreft.
Financiële gevolgen:
Er worden geen financiële gevolgen genoemd in het voorstel, wat logisch is gezien de aard van de procedure. Het betreft de toelating van raadsleden, wat geen directe kosten met zich meebrengt buiten de reguliere vergoedingen voor raadsleden.