Vragenvuur in de Raad: D66 en CDA botsen over vraagstelling

Tijdens het vragenkwartier van de gemeenteraad laaide de discussie op over het aantal vragen dat gesteld mag worden. D66 en het CDA stonden lijnrecht tegenover elkaar, terwijl de wethouder zijn best deed om alle vragen kort en bondig te beantwoorden.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Het vragenkwartier in de gemeenteraad begon met een vurige discussie over de hoeveelheid vragen die gesteld mogen worden. Mevrouw De Rijk uitte haar zorgen over het aantal vragen dat D66 had ingediend. "Als ik naar D66 kijk, zie ik zeven vragen, maar als je de vraagtekens meetelt, zijn het er veertien," merkte ze op. Ze vroeg zich af of het niet efficiënter zou zijn om sommige vragen schriftelijk te behandelen.

Meneer Van Egmond van D66 reageerde fel: "Ik vind het raar dat het CDA dit punt maakt als er één partij is die altijd veel vragen heeft." Hij benadrukte dat de beantwoording kort en bondig kon zijn en dat ze al halverwege waren geweest als ze gewoon waren begonnen.

De wethouder kreeg vervolgens het woord om de vragen van D66 te beantwoorden, die voornamelijk gingen over het project 'Niet geregeld grondgebruik'. Hij gaf aan dat het project complex is en dat er veel situaties zijn die al tientallen jaren bestaan. "Het project is ingewikkelde materie," legde hij uit. Hij erkende dat er in één geval een fout was gemaakt in de communicatie met bewoners, maar benadrukte dat dit een incident was.

De discussie verplaatste zich daarna naar de vragen van het CDA over een baggerdepot in Hoogmade. Mevrouw De Rijk vroeg zich af waarom een bezwaarschrift van een grondeigenaar niet ontvankelijk was verklaard. De wethouder legde uit dat het besluit om geen milieueffectrapportage (MER) uit te voeren een processtuk is en dat er later nog bezwaar kan worden gemaakt tegen de uiteindelijke vergunning.

Het debat eindigde met een voorstel van de wethouder om de afspraken over snippergroen en niet geregeld grondgebruik nogmaals met de raad te delen. Hij stelde voor om een aparte digitale afspraak te maken voor verdere vragen en juridische ondersteuning.

Het vragenkwartier toonde aan dat er binnen de raad verschillende opvattingen zijn over de efficiëntie en het aantal vragen dat gesteld mag worden. De wethouder deed zijn best om alle vragen te beantwoorden, maar het lijkt erop dat er nog verdere gesprekken nodig zijn om tot een consensus te komen.